De basis van onze programma’s is de ervaringsleertheorie. We willen dat de deelnemers van onze programma’s een avontuur beleven en hierdoor persoonlijk groeien. De basis van deze methodiek is gelegd door John Dewey (ervaringsleren), David Kolb (leercirkel) en Charles Jennings (70-20-10 principe).
Ervaringsleren
John Dewey (Burlington, 1859 – New York, 1952) wordt gezien als de grondlegger van ervaringsleren. Hij omschrijft dat het kunnen reflecteren op ervaring de beste manier van ontwikkeling en groei in vaardigheden is. Niet alleen de ervaring zelf, maar ook het proces om terug te blikken op deze ervaring, hier een conclusie aan te kunnen verbinden en deze om te kunnen zetten in toekomstig handelen is steeds de basis van de manier waarop wij ervaringsleren inzetten.
Het 70-20-10 principe
Charles Jennings’ 70-20-10 principe brengt het belang van informeel leren goed tot uitdrukking. Jennings stelt dat 70% van de benodigde vaardigheden wordt opgedaan tijdens de werkzaamheden zelf, 20% door coaching op de werkvloer en 10% in de vorm van een theoretische training. Men leert dus vooral door te doen en te beleven.
Ervaringsleer Cirkel
Wij zetten ervaringsleren in onze activiteiten in op een eenduidige en snel te begrijpen manier. Hierdoor kunnen de deelnemers ook na ons programma zich verder ontwikkelen.
Stap 1 | is de ervaring zelf. Het doen, voelen, horen, ruiken en beleven. |
Stap 2 | is reflectie op wat er is gebeurd. Inzicht krijgen in eigen gedrag, gevoel en gevolg. |
Stap 3 | is verwerking van wat er is gebeurd tot een conclusie én deze kunnen kaderen, verbinden aan patronen en het effect van eigen handelen. |
Stap 4 | is het toepassen van het geleerde ter plekke om het effect uit te proberen, en ook de connectie te maken naar het dagelijkse leven. |
Artikelen & onderzoek
Er is steeds meer onderzoek beschikbaar over het nut, noodzaak en de rol van de natuur in de ontwikkeling van mensen. Hieronder bieden we enkele artikelen en onderzoeken die hierover mooie dingen laten zien.